Ingrediënten
200 gr. gele spliterwten of 500 gr. aardappelen
1 eetl. komijnzaadjes (djira)
4 teentjes knoflook
1 kg. bloem (zelfrijzend)
2 theel. bakpoeder
1 uitje
1 groene peper zonder pitjes
5 dl. water
125 gr. margarine
3 eetl. olie.

Bereiding
De vulling: Gele erwten of aardappelen?
Bij het gebruik van gele erwten als vulling deze wassen en beetgaar koken. De erwtjes malen of met een deegroller heel fijn wrijven.

Bij het gebruik van aardappelen deze gaar maar niet zacht koken en heel fijn wrijven met de deegroller.

De komijn in een droge pan bakken tot deze donker van kleur is. De komijn fijnwrijven met de peper, de knoflook en de ui en dit met de fijngemaakte gele erwtjes of aardappelen vermengen.
De olie heet maken en dit mengsel onder voortdurend omscheppen bakken totdat het een droge massa wordt.
Het deeg kneden
Door de vulling wat zout roeren. In een ruime kom bloem zeven met bakpoeder. Bij beetjes water toevoegen en blijven kneden totdat een zacht maar toch rolbaar deeg verkregen is. Dit kneden moet minstens 15 min. duren om zachte roti’s te krijgen. Het deeg minstens een uur afgedekt laten staan.
Het deeg uitrollen
Van het deeg bolletjes vormen. Deze bollen stuk voor stuk uitrollen ter grootte van een eierkoek. Op elke uitgerolde roti een lepel van het vulsel doen en aan de bovenkant dichtdraaien. Op een met bloem bestoven plaats de bolletjes met de gesloten kant naar onderen neerleggen en dun uitrollen maar zo voorzichtig dat de roti niet beschadigt, anders loopt de vulling eruit.
De roti’s bakken
De rotiplaat of pannetje op het gasvlammetje leggen; deze moet goed heet zijn. Om dit te controleren een heel klein beetje bloem erop strooien; als deze gelijk bruin wordt is de plaat heet genoeg.
De roti op de plaat zetten. De margarine mengen met de olie en met een propje keukenpapier of kwast de roti invetten. Daarna de roti omdraaien en weer insmeren met het margarine-olie mengsel. Als de roti gaar is deze in een schaal of bak leggen en afdekken.