


Manja (Mango)
Naar gelang de manja (mango) variant is de kleur van de schil groen, geel of rood of een combinatie daarvan.
De schil is dun en leerachtig en kan vaak gemakkelijk van het vruchtvlees getrokken worden.
De vrucht kan rijp zo uit de hand gegeten worden, maar ook de groene worden verwerkt in bijv. zuur, chutneys of andere gerechten.
Bekende soorten in Suriname: Golek, Cayenne, Roodborstje

Maripa
Maripa is een palmsoort.
De vrucht heeft een harde bruine schil die met de tanden kapot gebeten kan worden.
Het vruchtvlees is wit tot lichtbruin.
De vrucht kan uit de hand gegeten worden, maar wordt ook verwerkt tot olie.

Markoesa (passievrucht)
Markoesa (passievrucht) behoort tot de familie van de passieflora.
De Surinaamse variant kan geel of oranje zijn.
De gele variant is wat zurig en beter geschikt voor het maken van stroop.
De oranje variant is zoet en geschikt om uit de hand te eten.
Er is ook een bos variant van de oranje markoesa, die is even zoet, maar niet veel groter dan een knikker.

Montji-montji kersi (Surinaamse kers)
Montji-montji kersi dankt zijn naam aan het feit dat het uit mootjes (montji) bestaat.
De vruchten zijn ongeveer 3 cm groot en hebben dikker ribben.
Ze hebben een hoog vitamine C gehalte en bevatten een harde pit.
De vruchten rijpen van groen tot rood tot rood-paars en het zachte rode vruchtvlees proeft zoet tot zoetzuur.
De vruchten kunnen zo gegeten worden, maar worden ook verwerkt tot bijv. jam.



